Bron: De Tijd
Credits: Stéphanie Romans Thomas Roelens Olaf Verhaeghe
Wanneer is een gemeente een veilige plek om te wonen? Als er weinig criminaliteit is, uiteraard. Maar een goed lokaal veiligheidsbeleid vergt meer dan politieagenten en veiligheidscamera's. Het draait ook om schone straten, contact met de buren en toekomstperspectieven voor de jeugd.
'Ik woon hier al sinds 1958. Ik zen een monument.' Tina Hosteyn (70) is zichtbaar trots op Otterbeek, de sociale woonbuurt in Mechelen-Noord waar ze al woont sinds ze een klein meisje was en waar ze drie kinderen heeft grootgebracht. 'Ik heb een grote tuin, en die wordt ook nog eens voor mij onderhouden', zegt ze grinnikend, terwijl ze naar het nabijgelegen Tivolipark wijst.
Vroeger was er in Otterbeek niet veel om trots op te zijn. 'Het was een spookwijk met veel leegstand en verloederde gebouwen', zegt Abdrahman Labsir, die er 24 jaar geleden als jeugdwerker begon. Vandaag is hij schepen van Jeugd, Preventie en Sport voor Open VLD in het Mechelse stadsbestuur. 'Het buurthuis was destijds in rampzalige staat. Van buiten leek het wel een gevangenis, met tralies voor de ramen.'
Otterbeek was een geschuwde wijk in een geschuwde stad. Mechelen stond bekend als onveilig, vuil en grimmig. Het contrast met vandaag is groot. De evolutie maakt van Mechelen een populaire stad, waar hoogopgeleide tweeverdieners in de rij staan voor een woning. Slechts een op de tien van de zowat 90.000 inwoners voelt zich vaak onveilig.
Veiligheidsparadox
Het Kempense Turnhout, een centrumstad met de helft zoveel inwoners, zit aan de andere kant van het spectrum. Bijna een kwart van de bevolking (24%) voelt zich er onveilig. Nergens in Vlaanderen ligt dat percentage zo hoog.
In vergelijking met andere centrumsteden valt de criminaliteitsgraad in Turnhout nochtans mee. De stad telde in 2023 9,1 misdrijven per 100 inwoners, in Mechelen waren dat er in hetzelfde jaar 7,4, terwijl beide steden in 2018 op hetzelfde niveau stonden. Toch doorstaat Turnhout de vergelijking met de 13 Vlaamse centrumsteden, waar volgens de jongste gemeentemonitor in 2022 gemiddeld 10,4 misdrijven per 100 inwoners plaatsvonden. Turnhout zat daar toen onder.
De cijfers bewijzen een aloude veiligheidsparadox: terwijl de geregistreerde criminaliteit globaal gezien daalt, voelen burgers zich niet noodzakelijk veiliger. Ook op lokaal niveau hangt het onveiligheidsgevoel van inwoners niet altijd samen met de criminaliteit in de politiestatistieken. Dat kan liggen aan allerlei factoren, zoals onderrapportering van bepaalde misdrijven, maar ook verloedering, overlast en leegstand in de buurt. Een data-analyse van De Tijd laat zien dat gemeenten waar inwoners een zwak sociaal weefsel ervaren, vaak een hoger onveiligheidsgevoel rapporteren (zie grafiek).
Radicale beslissingen
Volgens de Turnhoutse burgemeester Paul Van Miert (N-VA) heeft het groeiende onbehagen in zijn stad te maken met migratie. 'Sinds de migratiecrisis van 2015 kreeg Turnhout er in korte tijd veel nieuwkomers bij. Die vlugge verandering laat sporen na in een provinciestadje', zegt Van Miert.
e cijfers tonen dat de bevolking van Turnhout de voorbije jaren inderdaad een pak diverser werd. Inwoners met een niet-Belgische herkomst maakten in 2018 iets meer dan een kwart van de bevolking (27%) uit. In 2023 was hun aandeel gestegen tot 40,9 procent. Na Genk en Antwerpen is geen enkele centrumstad diverser. 'Bewoners herkennen zich niet meer in hun buurt en dat geeft hen een ongemakkelijk gevoel', zegt Van Miert.
Volgens hem is het toegenomen onbehagen een van de verklaringen voor het succes van het Vlaams Belang in zijn stad. Een kwart van de kiezers stemde op 9 juni voor het Vlaams Belang. 'Ik begrijp de roep om radicale beslissingen. Maar wie gelooft dat we elke nieuwkomer op een bus naar elders kunnen zetten, laat zich iets wijsmaken. We zullen er met elkaar iets van moeten maken. Wat Mechelen gelukt is, kan in Turnhout ook.'
Tweederangsburger
Heeft Mechelen de veiligheidscode gekraakt? Volgens criminoloog Lior Volinz (VUB) is Mechelen in elk geval een voorbeeld van een stad met een duidelijke visie op veiligheid. 'De lokale overheid integreert preventie- en politiewerk, en concentreert zich op de sociale dimensie van veiligheid. Repressie alleen is niet de oplossing.'
Toen Bart Somers (Open VLD) in 2000 de burgemeesterssjerp veroverde, was de repressie nochtans een kernpunt van het beleid. 'Er was destijds relatief veel agressie, dus dat was ook legitiem', zegt schepen Labsir. De volgende stap was de opwaardering van de stad, met ingrepen die in korte tijd een merkbaar verschil maakten. Ook Otterbeek kreeg een fikse opknapbeurt.
'De laatste stap wordt vaak vergeten: de opwaardering van de sociale infrastructuur', zegt Labsir. 'Dat gaat om investeren in de toekomst van inwoners, en zorgen dat ze fier zijn om Mechelaar te zijn. Dat vergt veel meer tijd dan een gebouw renoveren, maar het is cruciaal. Niemand mag opgroeien met het gevoel een tweederangsburger te zijn.'
Voor wat, hoort wat
Het klinkt wollig, maar de essentie van het verhaal is eenvoudig. 'We werken volgens het principe 'voor wat, hoort wat'', zegt Labsir. 'De jongeren in Otterbeek krijgen een Cruyff Court (een kunstgrasveld van een stichting gelinkt aan de voetballegende Johan Cruijff, red.)? In ruil moeten ze het wel proper houden. De jeugdwerking organiseert een uitstap naar de cinema? Iedereen is welkom, maar wie iets heeft uitgespookt, mag niet mee. Hetzelfde geldt voor delinquenten. Pleeg je een misdrijf, dan krijg je straf. Maar je krijgt ook de kans je leven te beteren. Politie, justitie en preventiediensten werken daarvoor nauw samen.'
Preventiebeleid is volgens experts vaak het ondergeschoven kindje van het veiligheidsbeleid. 'Er wordt vaak gegrepen naar cameratoezicht, terwijl het preventieve effect daarvan gering is', zegt de Vlaamse docent publiek management Lode De Waele (Universiteit Utrecht). 'Reactieve maatregelen zoals een alcohol- of samenscholingsverbod kunnen snel een verschil maken, maar tasten ook een deel van het sociale weefsel aan. Mensen met goede bedoelingen zijn er ook de dupe van.'
'Als je mij vraagt of ik meer politieagenten of meer straathoekwerkers wil, dan kies ik voor dat laatste', zegt Evelien De Pauw, coördinator van het expertisecentrum Sociale Innovatie aan de VIVES-hogeschool, dat lokaal veiligheidsbeleid onderzoekt. 'Een wijkagent die investeert in connectie met zijn buurt, daar zie je niet meteen het effect van. Maar we zouden daar wel meer naar terug moeten. '
Mechelse trots cultiveren
De impact van het beleid was in Mechelen niet meteen merkbaar. Het begon met subtiele indicaties. Labsir: 'Na de renovatie viel op dat we in Otterbeek veel meer meldingen van sluikafval kregen. Het was er niet vuiler, maar mensen accepteerden de rommel niet meer.'
Het grote bewijs van het nut van de jarenlange investering in jeugdwerking volgde voor Labsir in 2015. 'Terwijl alle grote steden jongeren zagen vertrekken om zich bij de terreurgroep IS aan te sluiten, vertrok geen enkele Mechelaar. Ronselaars die in het jeugdhuis opdoken, werden door de jongeren zelf aan de deur gezet. Toen wist ik dat we erin geslaagd waren de Mechelse trots te cultiveren en jongeren een ander toekomstperspectief te bieden.'
In Turnhout hebben de verbeterplannen heel wat raakvlakken met het Mechelse beleid. Meer wijkpolitie, een nieuw politiekantoor in het hart van de stad en een speciaal interventieteam voor zware criminaliteit moeten inwoners tonen dat er voor misdadigers geen plaats is. Burgemeester Van Miert zou graag de leeftijdsgrens voor GAS-boetes zien dalen. Een cel preventie grijpt in bij overlast.
Leegstaande winkelpanden in het centrum worden omgeturnd tot woningen om verloedering tegen te gaan. Een nieuwe sporthal, nieuwe buurthuizen in de kwetsbaarste wijken en buurtcoaches moeten de sociale cohesie opkrikken. 'Het gaat erom dat mensen elkaar weer leren kennen en met elkaar omgaan', zegt Van Miert.
De buren kennen is voor Tina Hosteyn een evidentie. Het 'monument' van Otterbeek ziet zich niet meer verhuizen, verzekert ze Labsir voor ze wegwandelt. 'Dat het hier nu goed gaat, betekent niet dat ons werk erop zit', besluit die laatste. 'De ondermijnende criminaliteit is net als in veel andere steden ook hier een zorg. We moeten erop toezien dat we signalen over de rekrutering van horecazaken voor criminele witwaspraktijken op tijd capteren. De nieuwe generatie jongeren brengt ook nieuwe uitdagingen. Hun leven speelt zich veel meer online af, iets waaraan het jeugdwerk zich weer moet aanpassen.'