De gemeenteraad van Mechelen keurde vanavond het nieuwe Kerkenbeleidsplan Mechelen 2025 goed. Het nieuwe plan vormt het beleidsmatige kompas voor het toekomstig beheer van het waardevolle religieus erfgoed in de stad en vormt de noodzakelijke basis voor toekomstige restauratie- en investeringsdossiers.
Het nieuwe plan bouwt voort op het kerkenbeleidsplan uit 2017, maar houdt rekening met nieuwe inzichten en een veranderende maatschappelijke context. Het werd opgemaakt in het kader van de decretale verplichting voor Vlaamse steden om een actueel beleidsplan voor hun kerkgebouwen voor te leggen. Gemeenten die geen actueel en goedgekeurd plan kunnen voorleggen, riskeren het verlies van subsidies voor restauratie en onderhoud van kerkgebouwen.
“Het kerkenbeleidsplan dat vandaag voorligt, is het resultaat van een intens traject met veel overleg, betrokkenheid en inhoudelijke afstemming tussen stad en kerkelijke overheid. Dit is geen boek dat straks in de kast verdwijnt, maar een beleidsinstrument dat we actief zullen inzetten bij investeringen en herbestemmingen,” aldus schepen van Monumentenzorg Greet Geypen.
Maatschappelijke rol versterken
In het kerkenbeleidsplan wordt een duidelijke toekomstvisie uitgetekend voor elk kerkgebouw, met respect voor de eigenheid en context waarin het zich bevindt. Die toekomstvisie vertrekt vanuit een gedeeld uitgangspunt: de erkenning dat kerkgebouwen ook vandaag nog betekenisvolle plekken kunnen zijn, zij het soms met een andere of bredere invulling dan louter eredienst. Door in te zetten op nevengebruik, medegebruik of – waar gepast – herbestemming, wil de stad Mechelen deze gebouwen niet alleen behouden als waardevol erfgoed, maar ook versterken in hun maatschappelijke rol.
“De toekomst van onze kerkgebouwen vraagt om duidelijke keuzes. We behouden het religieus gebruik waar dat relevant en gedragen is, maar bieden ook ruimte voor bijkomende invullingen. Mechelen heeft bewezen dat herbestemmen werkt, op voorwaarde dat het met respect en visie gebeurt. Kerken kunnen nieuwe functies krijgen – sociaal, cultureel of gemeenschapsgericht – zonder hun historische en symbolische waarde te verliezen. Ik voel dat hiervoor grote eensgezindheid is bij de kerkelijke overheid, de kerkfabriek en de stad”, zegt schepen Geypen.
Focus afhankelijk van locatie
Mechelen telt op vandaag nog 18 kerkgebouwen die voor de eredienst gebruikt worden. Daarvan bevinden er zich zeven in de historische binnenstad, zes in de wijken en vijf in de deelgemeenten. Daarnaast is er ook aandacht voor zes eerder profaan verklaarde kerken en hun nieuwe of geplande invulling. Elk van deze gebouwen kreeg een individuele fiche in het plan, met aandacht voor hun architecturale kenmerken, bouwfysische toestand, actuele functie en toekomstvisie.
“Voor de toekomstvisie wordt in het kerkenbeleidsplan een onderscheid gemaakt tussen de kerken in de binnenstad, de kerken in de wijken en de kerken in de dorpen. In de binnenstad versterken we de museale ontsluiting en het toeristisch potentieel, in de wijken zetten we in op gemeenschapsfuncties in samenwerking met lokale verenigingen, en in de dorpen koesteren we de rol van de kerk als ankerpunt van het sociale en culturele leven. Dit plan biedt de nodige houvast om die koers de komende jaren consequent te volgen. Het uiteindelijke doel is om de kerken niet enkel te behouden omwille van hun verleden, maar activeren en benutten met het oog op hun toekomst. De initiatieven hiertoe moeten niet alleen van de overheid komen. Integendeel, er gebeurt veel in de kerken van onderuit en zo hoort het ook”, aldus Greet Geypen.
Voor de historische kerken in de binnenstad, die samen het unieke ensemble Torens aan de Dijle vormen, ligt de focus op versterking van de toeristische en culturele functie. Deze monumentale gebouwen blijven uiteraard beschikbaar voor de liturgie, maar beschikken tegelijk over een uitzonderlijk kunstpatrimonium dat een bredere ontsluiting verdient. In de toekomst zal daarom sterker worden ingezet op museale presentaties, thematische tentoonstellingen en culturele activiteiten die de geschiedenis en betekenis van elke kerk afzonderlijk zichtbaar maken.
De wijkkerken hebben een ander profiel, maar minstens evenveel potentieel. Ze zijn doorgaans jonger van opbouw en bevinden zich dicht bij scholen, jeugdbewegingen en lokale verenigingen. In het plan wordt voorgesteld om deze kerken, naast hun pastorale functie, uitdrukkelijk open te stellen voor gemeenschapsversterkende nevenactiviteiten. Dat kan gaan van repetitieruimtes voor koren of toneelverenigingen tot vergaderplekken.
Ook de dorpskerken in de deelgemeenten blijven behouden voor de eredienst, maar zullen in de toekomst nog sterker worden erkend als centra van lokale identiteit. In dorpen als Leest, Hombeek of Muizen vervult de kerk vaak een bredere rol dan louter religieus: het is een herkenningspunt en een ontmoetingsplek. De stad wil deze rol expliciet ondersteunen door samen te werken met heemkundige kringen, dorpsraden en geëngageerde bewoners.
Constructieve dialoog
Om deze visie waar te maken, voorziet het kerkenbeleidsplan ook in een concreet plan van aanpak. Cruciaal daarin is de samenwerking met externe partners. Voor de binnenstad wordt gedacht aan een nauwere afstemming met musea en toeristische diensten. In de wijken wordt actief ingezet op participatie met bewoners en verenigingen. Diezelfde aanpak geldt in de dorpen.
Een kerkenbeleidsplan is pas geloofwaardig als het gedragen wordt door alle partners. Daarom gebeurde de opmaak in nauwe samenwerking tussen de stad, de centrale en lokale kerkfabrieken, het Centraal Kerkbestuur en het Vicariaat Vlaams-Brabant en Mechelen.
Toegang tot Vlaamse premies veiliggesteld
Een belangrijke doelstelling van het kerkenbeleidsplan is ook het garanderen van de toegang tot Vlaamse subsidies. “Een kerkgebouw in stand houden vraagt engagement, vakkennis én middelen. Met dit kerkenbeleidsplan zorgen we ervoor dat onze stad ook in de toekomst beroep kan doen op de juiste premies”, zegt Greet Geypen.
Voor beschermde kerken is een verhoogde erfgoedpremie van 60% enkel mogelijk als ze in het kerkenbeleidsplan aangeduid staan voor méér dan louter eredienstgebruik. Wordt het eredienstgebouw uitsluitend gebruikt voor de eredienst, dan geldt het basispremiepercentage van 40%.
Ook voor niet-beschermde kerken zijn subsidies mogelijk, mits de geplande investeringen expliciet zijn opgenomen in het beleidsplan. Dankzij de goedkeuring van het plan kunnen de dossiers voor de periode 2026–2031 nu correct worden voorbereid en ingediend.